
We gingen bij Stan thuis in Gent op bezoek. Een mooie gelegenheid om hem vragen te stellen die je niet vaak stelt, om de man achter de wielrenner te leren kennen.
▪️ Wanneer en hoe ben je begonnen met fietsen?
Bij mij thuis draaide alles om voetbal, voetbal en nog eens voetbal. Op een zomer, dankzij de vader van een van mijn vrienden, probeerde ik fietsen, ik weet niet meer waarom. Ik was 14 jaar oud. Ik vond het erg leuk en ze waren erg verbaasd dat ik na 80 km nog niet helemaal dood was. Dus hebben ze me overgehaald om me bij een club aan te melden. In mijn eerste jaar was ik niet erg goed: ik eindigde als 83e in mijn regio. Maar het jaar daarop won ik 11 keer en eindigde ik als eerste. Vanaf dat moment ging het allemaal heel snel.
▪️ Wat vind je zo motiverend aan fietsen?
Natuurlijk hou ik van uitstapjes en trainingen. Maar eigenlijk denk ik dat dat komt omdat ik erg competitief ben, en wat ik zo leuk vind aan fietsen is dat je alleen bent met jezelf. Je moet jezelf pushen, je kunt niet op iemand anders rekenen. Bij elke race moet je je grenzen opzoeken en dat klinkt misschien vreemd, maar dat is echt iets wat ik leuk vind.
▪️ Hoe ben je bij het team AG2R CITROËN terechtgekomen?
Ze hebben me gevraagd en daar ben ik erg blij mee. Ik had het jaar ervoor een vrij ernstige blessure opgelopen. Het was net na het einde van het seizoen, ik werd aangereden door een auto en liep daarbij een zware knieblessure op. Maar ze hebben me toch hun vertrouwen gegeven en daar ben ik ze erg dankbaar voor.
▪️ Hoe is het om professioneel wielrenner te zijn?
Profwielrenner zijn betekent van je passie je beroep maken. En dat is een ongelooflijke kans. Maar het brengt ook beperkingen met zich mee. Als profwielrenner ben je dat elke dag, de hele tijd: wanneer je eet, wanneer je een avondje uitgaat met vrienden... er is geen «aan» en «uit». Je moet ook accepteren dat je ver van huis en je vrienden bent. Ik ben 200 dagen per jaar onderweg.
▪️ Wat zijn je belangrijkste doelen als wielrenner?
Als prof natuurlijk overwinningen. De race van mijn dromen is Parijs-Roubaix. Ik heb altijd al een band gehad met deze wedstrijd, zelfs voordat ik hem won in de U23. En ik zou graag minstens één keer deelnemen aan de Tour de France. Buiten mijn carrière zou ik heel graag de Cape Epic of de Crocodile Trophy doen met een vriend en gaan bike packing met mijn kleine broertje.
▪️ En wat zijn je passies naast fietsen?
Het belangrijkste is tijd doorbrengen met mijn vrienden. Ik nodig ze vaak uit om te komen eten, we spelen darts... sinds de lockdown zijn we ook behoorlijk verslingerd geraakt aan bordspellen! En ik ben dol op bier. Samen met een vriend brouwen we ons eigen bier, we ontwikkelen onze eigen recepten en misschien gaan we het zelfs ooit op de markt brengen.









